database > wetgeving > hygienenormen > Codex Alimentarius |
Nieuwsbrief Codex Alimentarius 2010-03
Inhoudsopgave
Algemeen
Het CCMMP richt zich specifiek op het ontwikkelen van wereldwijde normen en standaarden voor een groot aantal zuivelproducten. Naast (vooral) maximum waarden/normen voor additieven en contaminanten houdt het comité zich bezig met de benaming, de samenstelling en de etikettering van zuivelsoortnamen en zuivelproducten.
Deze negende bijeenkomst werd bijgewoond door 112 delegaties uit 34 landen, één lidorganisatie en vijf observers van internationale organisaties. De vergadering werd voorgezeten door de heer Steve Hatheway, Nieuw Zeeland. Nederland werd vertegenwoordigd door het ministerie van LNV, bijgestaan door het Productschap Zuivel en het Centraal Orgaan voor de Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ).
Werkgroepen
Om de positie van de Europese Gemeenschap bij de verschillende onderwerpen op de CCMMP agenda te bepalen vonden voorafgaand aan het Comité drie Raadswerkgroepvergaderingen plaats. Deze vergaderingen werden gedomineerd door het bereiken van een gemeenschappelijke positie met betrekking tot het voorstel voor een wijziging in de standaard voor gefermenteerde melk. Voorts werd voorafgaand aan de plenaire vergadering op 31 januari onder leiding van Indonesië een werkgroepvergadering gehouden over de amendementen met betrekking tot de Standard for Fermented Milks pertaining to Drinks based on Fermented Milk.Tijdens deze bijeenkomst zijn de resultaten van de enquête over de samenstelling van Drinks based on fermented milks besproken. Vanuit de Europese Unie namen naast de Europese Commissie zeven lidstaten deel aan de vergadering. Dit waren Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Spanje (tevens voorzitter EU) en Zweden. Na een flink debat concludeerde de Indonesische voorzitter dat de grens voor het minimum percentage gefermenteerde melk in deze dranken vast kon worden gesteld op 40%. Dit percentage was tevens de inzet van Nederland.Tijdens het CCMMP vond onder leiding van Nieuw Zeeland een werkgroep voor het ontwikkelen van een voorstel voor het gebruik van additieven plaats. Nederland participeerde niet in deze werkgroep.
Sine die CCMMP
Aan het einde van de vergaderweek concludeerde het comité dat het werkprogramma is afgerond en dat het CCMMP de komende jaren een slapend bestaan (sine die) kan leiden, tot het moment gekomen is om weer nieuw werk op te pakken.De belangrijkste punten voor Nederland in de 9e CCMMP
Status van annexen behorend bij de zuivelstandaarden.
De Codex Alimentarius Commission (CAC) heeft het CCMMP verzocht de status van de annexen behorend bij de zuivelstandaarden te bespreken. Op dit moment hebben de annexen bij de standaarden de status van vrijwilligheid. In de annex zijn aanvullende eisen aan producten op vrijwillige basis opgenomen. Een meerderheid van de delegaties was van mening dat de annex behouden moet blijven omdat bij de vaststelling van de standaarden uitvoerig is gediscussieerd over de inhoud van de annexen. De annexen vormden onderdeel van het compromis om tot een standaard te komen en er moet nu voorkomen worden dat discussies opnieuw gevoerd gaan worden.Een minderheid van de delegaties was van mening dat de inhoud van de annexen geschrapt kan worden of dat de inhoud van de annexen in de standaard zelf moet worden opgenomen.
Uiteindelijk is het voorstel aangenomen om de annexen bij de standaarden te behouden. Aan elk van de 13 standaarden wordt een introductieparagraaf toegevoegd.
Draft Amendment to the Codex Standard for Fermented Milks pertaining to Drinks based on Fermented Milk: verder voor besluitvorming
Het uitwerken van de annex als onderdeel van de bestaande standaard voor Fermented Milk Drink bevond zich in een slotfase van de ontwikkeling voordat het voor besluitvorming doorgestuurd zou worden naar het CAC.Het laatste discussiepunt betrof de samenstelling van deze dranken waarbij het percentage gefermenteerde melk in het eindproduct nog vastgesteld moest worden. Binnen de Europese Gemeenschap kon over dit percentage geen consensus worden bereikt. Oostenrijk, Griekenland en Duitsland bleven op het standpunt dat het percentage 50% gefermenteerde melk/zuivelbestanddelen in het eindproduct moest worden. Nederland pleitte voor 40% aangezien de meerderheid van de producten behorend binnen deze categorie een percentage tussen de 40 en 50% gefermenteerde melk bevat. Het grootste deel van deze dranken wordt al jaren afgezet op de markt en als zuivelproduct gewaardeerd door de consument, door de ondergrens op 40% te zetten zouden de meeste producten onder de nieuwe standaard vallen.
In de CCMMP werd het advies van de werkgroep onder leiding van Indonesië overgenomen en de ondergrens op 40% gezet. Ondanks het bezwaar van een vijftal landen werd besloten om de Draft Amendment to the Codex Standard for Fermented Milks pertaining to Drinks based on Fermented Milk inclusief de gemaakte opmerking op het vlak van etikettering voor besluitvorming kon worden voorgelegd aan het CAC.
Standard for Processed Cheese: ontwikkeling van standaard stopgezet
Nieuw Zeeland en Frankrijk gaven een toelichting op het rapport van de werkgroep. Binnen de kaders zoals aangegeven tijdens de 8e vergadering, bleek het niet mogelijk om op alle punten consensus te bereiken. Het advies van de werkgroep aan het Comité is dan ook om verdere werkzaamheden aan de ontwikkeling van een standaard stop te zetten.Het comité heeft besloten het advies van de werkgroep over te nemen en zal het CAC vragen de bestaande drie standaarden voor processed cheeses, waarvan de inhoud sterk verouderd is, in te trekken.
Maximum levels for Annatto extracts in Codex Standards For Milk and Milk products
Tijdens de achtste vergadering van het CCMMP is geconstateerd dat in de C-standaarden (kaasstandaarden) het gebruik van annatto niet was opgenomen. Voorstellen zijn ontwikkeld voor aanpassing van de standaarden. Na de achtste vergadering zijn de delegaties gevraagd om te reageren op de voorgestelde maximumwaarden met bijbehorende onderbouwing van de technologische noodzaak. De voorstellen zijn besproken en besloten wordt om in de individuele standaarden een maximum waarde voor annatto extracts gebaseerd op norbixine (INS 160b (ii)) op te nemen. De grenswaarde voor de individuele standaarden wordt vastgesteld op 25 mg/kg.Methoden van onderzoek voor melk en melkproducten
Rapport van International Dairy Foudation (IDF) en International Organisation for Standardization (ISO)IDF gaf tijdens de plenaire vergadering een toelichting op het rapport van de IDF/ISO werkgroep Working on Methods of Analysis and Sampling for Milk and Milk Products. Een overzicht wordt gegeven van de recent ontwikkelde en vastgestelde methoden. Het Comité besluit om de bijlage met methoden ter goedkeuring aan het CAC voor te leggen.
Inconsistente presentatie van voedseladditieven in codex standaarden voor melk en melkproducten
De werkgroep onder leiding van Nieuw Zeeland, zoals ingesteld bij aanvang van het Comité om de lijsten met additieven behorend bij de 29 zuivelstandaarden te beoordelen op onvolkomenheden, heeft tijdens de vergaderweek meerdere keren vergaderd. De bevindingen zijn in een rapport vastgelegd en plenair toegelicht. Voor Gouda en Edam wordt het gebruik van Patassium Nitrate en Sodium Nitrate vastgelegd op 35 mg/kg berekend als nitrate-ion.Geconstateerd wordt dat een aantal additieven alsnog door JECFA (Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives) moeten worden geëvalueerd. Bovendien wordt bij een aantal additieven voorstellen gedaan om de toepassing te wijzigen. Het Comité heeft besloten om de herziene lijsten met toegestane additieven van de verschillende standaarden voor commentaar en goedkeuring voor te leggen aan Codex Comité Food Additives (CCFA).
Afstemmen van het model exportcertificaat zuivel met het algemene generieke model exportcertificaat voor agrarische producten
Tussen het model exportcertificaat zuivel en het algemene model exportcertificaat bestaan verschillen. Door het CAC wordt voorgesteld om de model exportcertificaten kunnen worden afgestemd op inhoud. Een groot aantal delegaties merkt op dat het modelcertificaat voor de zuivel na langdurige discussies in CCMMP tot stand is gekomen. Daarom is de meerderheid van mening dat dit certificaat moet worden gehandhaafd. In de plenaire wordt aangegeven dat de inhoud van het zuivelcertificaat in lijn zal moeten worden gebracht met het algemene modelcertificaat. Het IDF voorstel voor aanpassing van het model vormde de basis voor de discussie in het Comité.De inleiding en scope van het zuivelmodel worden herschreven, alsook de definiëring van het land van herkomst wordt herzien. In het algemene model wordt het land van herkomst gezien als het land waar het product is geproduceerd, bereid of verpakt. De World Custom Organization hanteert echter een definitie voor het land van herkomst als zijnde het land waar het product een substantiële bewerking heeft ondergaan. Op basis van deze aanwijzing besluit het Comité om verpakking niet te beschouwen als een vorm van substantiële bewerking en wordt daarom geschrapt.
Voorts wordt "the country of destination" toegevoegd aan het certificaat. Het land van bestemming moet hier echter wel om verzoeken.
31ste vergadering van het Codex Committee on Methods of Analysis and Sampling (CCMAS), 8 t/m 12 maart, (Hongarije)
Inleiding
De bijeenkomst werd bijgewoond door 46 landen, waarvan 8 voor de eerste maal, en 15 niet-gouvermentele organisaties (NGO's). De EU was vertegenwoordigd door 14 lidstaten en de commissie. In totaal waren er 162 deelnemers. Nederland was vertegenwoordigd door het Rikilt en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Vóór en tijdens de bijeenkomst hebben er ook een aantal EU-coördinatieoverleggen plaatsgevonden. Voorafgaand aan de vergadering werd op vrijdag de Inter Agency Meeting (IAM) gehouden, waar NGO's die zich met normalisatie van analysemethoden bezighouden, hun standpunten op velerlei analytisch gebied op elkaar afstemden. De rapportage daarvan is voor CCMAS van belang om te zorgen dat standpunten van Codex in overeenstemming zijn met gangbare praktijken op levensmiddelengebied. In de gebruikelijke ad-hoc werkgroep voor de "Endorsement of methods" werd op zaterdag het betreffende agendapunt (item 5) voorbereid. Opening
Dr Miklos Süth, staatsecretaris en CVO van het Ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling gaf een inleiding. Hij heeft zelf in een laboratorium gewerkt, en ziet het belang van het op horizontale manier samenwerken. Het is belangrijk dat veilig en voldoende voedsel beschikbaar komt. Het is ook ieders belang dat voedsel dat op één plaats is geproduceerd overal kan worden verhandeld en gegeten. Daarvoor is het belangrijk dat het ook op eenduidige manier kan worden vastgesteld. Zo zijn GMO en bemonstering onderwerpen, die zowel het publiek en de handel na aan het hart liggen.Matters of Interest arising from the Codex Alimentarius Commission and other Committees
De CAC heeft de Draft Guidelines for Evaluating Acceptable Methods of Analysis en de Draft Guidelines for Settling Disputes over Analytical (Test) Results geaccepteerd, weliswaar met reservering door enkele landen. Tijdens de vergadering is hier nog in een ad-hoc werkgroep een uiteenzetting over gegeven door Brazilië.Criteria for the Methods for the Detection and Identification of Foods Derived from Biotechnology
Door een elektronische werkgroep was er een technisch inhoudelijk goed document opgesteld. Het probleem bleef, dat de VS en een aantal medestanders biotech beslist niet in de scope en titel wilden en de EU met medestanders wel. Na heel lang onderhandelen, zowel in de wandelgangen, de coördinatievergaderingen, een ad-hoc werkgroep is het compromis gevonden: Biotech wel in de scope, niet in de titel, maar wel in een voetnoot bij de titel. Het stuk mag nu door voor adoptie door de commissie.Revision of Guidelines on Measurement Uncertainty (CAC/GL 54-2004)
Tijdens de vergadering is het voorliggende stuk wat opgepoetst. Toch zijn er nogal wat delegaties die over de uitwerking nog eens na willen denken. Daarom gaat het stuk nu op stap 5 rond. In het bijzonder Nieuw-Zeeland wees op de link met de problemen die sommige landen hebben met de guideline over dispuutgevallen en de bemonsteringsmeetonzekerheid. Voorlopig wil men dit stuk wel door laten gaan, terwijl ondertussen nieuw werk begint over "compliance assessment" in het algemeen.Endorsement of Methods of Analysis Provisions in Codex Standards
Methoden van een aantal comités passeerden de revue (CCNFSDU, CCPFV, CCMMP). Ongeveer 140 methoden werden goedgekeurd en er werd aangegeven welk type methoden het zijn (definiërend (I), referentie (II), ook valide (III), onduidelijke validatiestatus (IV)). De meeste methoden kwamen van CCMMP en CCNFSDU. CCNFSDU kwam met methoden voor voedingvezel, die tot felle discussie leidden, omdat er verschillende methoden voor dezelfde specificatie werden voorgesteld die verschillende antwoorden zullen geven. CCNFSDU wordt gevraagd de scopes nauwkeuriger te definiëren, zodat duidelijk is in welk geval welke methode gebruikt moet worden. Op verzoek van het mineraalwater comité is een groot aantal geschikte methoden geselecteerd uit door lidstaten en NGO ingezonden documenten.Meetonzekerheid ten gevolge van de bemonstering
In de toekomst zal het omgaan met de meetonzekerheid een rol gaan spelen. Verscheidene organisaties werken er nu aan. Vorig jaar stelde het Verenigd Koninkrijk in een discussiestuk eenzelfde soort benadering voor als voor de analytische meetonzekerheid. Op basis van de discussie en het beschikbaar komen van bemonsteringsonzekerheidgegevens presenteerde het Verenigd Koninkrijk een nieuw document, waarin aangegeven werd dat een pragmatische benadering op basis van een monsterplan eerder de weg is dan de bemonsteringsmeetonzekerheid op dezelfde manier toe te passen als de analytische meetonzekerheid. Deze wordt zodanig toegepast, dat een monster zonder twijfel afwijkend moet zijn, voor een autoriteit in kan grijpen. Het risico ligt daarmee geheel aan de consumentzijde. Nieuw Zeeland en Brazilië stelden voor een document te ontwikkelen, die dit onderwerp in een breder kader, namelijk "conformity assessment" in het algemeen moet behandelen. Onderwerpen moeten zijn:- Principe van conformity assessment
- Hoe op basis van analyses een partij wordt beoordeeld, rekening houdend met meet- en monsteronzekerheid
- Consequenties van een besluit van non-conformity
- Hoe wordt een dispuut gedefinieerd
- Hoe wordt een dispuut opgelost
Report of an Inter-Agency Meeting on Methods of Analysis
Het verslag werd toegelicht. Veel van de besproken onderwerpen staan ook op de CCMAS agenda en daarbij hadden de organisaties hun inbreng. Een belangrijke activiteit was het organiseren van een workshop over de werking van CCMAS en de relatie met de NGO's op de zondag voorafgaand aan CCMAS.De volgende CCMAS zal rond maart 2011 weer plaatsvinden in Hongarije.
Overzicht vergaderingen
Voor een overzicht van vergaderingen zie link http://www.codexalimentarius.net/web/current.jsp?lang=en.Vooruitblik
In de volgende uitgave is er weer aandacht voor de resultaten van een aantal comités.Kijk voor meer informatie over diverse Codex comités op www.codexalimentarius.nl of www.codexalimentarius.net (Engelstalig).
Redactie: Codex Secretariaat, Ministerie van LNV, info@codexalimentarius.nl.