database > wetgeving > hygienenormen > Codex Alimentarius |
Nieuwsbrief Codex Alimentarius 2007-06
Inhoudsopgave
24ste vergadering van het Codex Committee on General Principles (CCGP), 2 t/m 6 april 2007 te Parijs (Frankrijk)
Inleiding
De bijeenkomst werd bijgewoond door 201 deelnemers, vertegenwoordigd uit 71 landen (waaronder de EU), en 15 (NGO's). Nederland was vertegenwoordigd door het ministerie van VWS en LNV en de Voedsel en Waren Autoriteit. Tijdens en vóór de bijeenkomst hebben er een aantal EU-coördinatieoverleggen plaatsgevonden.Matters referred by other commitees
- CCLAC verzoekt om te spreken voor alle Zuid-Amerikaanse en Caribische landen ook als zij niet bij een vergadering aanwezig zijn. Daarom willen ze dat in de terms of reference (ToR) van de CCLAC een extra bepaling wordt opgenomen die de andere regionale comités niet hebben. De andere regionale comités zijn hier tegen. Er wordt besloten om de ToR niet aan te passen. Dit punt komt terug bij de volgende CCGP en de bijeenkomsten van de regionale comités.- Er wordt een verschil gesignaleerd tussen de prioriteitscriteria van CCPR en CCFA/CCCF/CCRVDF. Het doorlichten van de consistentie van de werkwijze van de verschillende comités is opgenomen in het werkprogramma voor de komende vier jaar. Dan zal dit punt terug komen.
- EU maakt opmerking dat de methoden voor analyse en sampling in Codex verouderd zijn en update behoeven, de vz neemt slechts nota hiervan.
- De Codex heet criteria opgesteld voor waarnemers, maar voor die tijd waren er al waarnemers erkend en de vraag is dus of deze regels terugwerkende kracht hebben. Op de achtergrond speelt de discussie over de toelating van de BEUC als waarnemer. Volgens sommige leden overlapt dat te veel met andere waarnemers. EU pleit uiteraard voor erkenning van BEUC als waarnemer en wijst er o.a. op dat ook veel organisaties van industrie die waarnemer zijn overlap kennen. Codex secretariaat meent dat dit een taak is van het Executive Committee. VS vraagt zich af of het Codex Secretariaat wel de capaciteit heeft alle erkende waarnemers tegen de criteria te beoordelen. De vz besluit alleen de wijzigingen die het Codex Secretariaat had voorgesteld aan te nemen.
Working Principles for risk analysis for food safety for application by governments
Een grote (67 leden) fysieke werkgroep o.l.v. Canada, waarin NL deelnam, heeft dit document voorbereid. De tekst wordt door sommige leden sterk beoordeeld in het licht van de WTO/SPS code. De punten inzake de toepassing (application) van de code en het steeds terugkomende punt van de noodzaak van capacity building worden onder de "general aspects" van deze tekst gebracht. Een nieuwe tekst wordt de dag erna rondgedeeld.Code of ethics
Dit is het tweede en zo mogelijk nog meer omstreden inhoudelijke punt. Het gaat om een oude Code uit 1979, die aangepast moet worden n.a.v. WTO/SPS en ontwikkeling van allerlei normen in de Codex. De discussie draait er om dat m.n. Afrikaanse landen een sterke tekst wil die bij exporterende landen de verantwoordelijkheid legt geen voor consumptie ongeschikte producten te exporteren. Deze landen hebben niet de middelen om bij import te controleren. Een groot blok o.l.v. Latijns Amerika en een aantal Aziatische landen, vindt de code niet nodig. Zij menen dat de code niets toevoegt aan bestaande Codex- en WTO-teksten en dat ieder land een controlesysteem moet hebben, al dan niet bet behulp van steun van ontwikkelde landen opgebouwd.De voorzitter probeert druk te leggen door te wijzen op de kritiek die er is op functioneren CCGP en de discussies over de rol van ontwikkelingslanden. Het zou slecht overkomen als CCGP geen stappen voorwaarts kan maken in dit dossier dat al jaren sleept. Ook CCFICS, waarnaar het vorig jaar was verwezen, heeft er weinig voortgang mee gemaakt en de zaak terugverwezen naar CCGP. De voorzitter besluit tot instelling van een werkgroep die 's avond bijeenkomt. NL en EU namen deel, de tegenstanders zijn afwezig, hetgeen de verdeeldheid toont. De werkgroep schaart zich vooral achter een VS-voorstel dat circuleert en dat een sterk vereenvoudigde versie is van de oude code. Wel moet de tekst t.a.v. de toepassing ervan worden verbeterd (oude art 7).
Voor de EU is het allemaal geen probleem vanwege art 12 van Vo. 78/2004. De Cie wijst daar ook op. Ook wijst de Cie er fijntjes op dat Latijns Amerikaanse landen de code niet nodig vinden maar wel graag partijen producten die zij exporteren naar de EU en die daar worden geweigerd terug willen hebben, zodat ze naar minder kritische markten alsnog kunnen worden geëxporteerd. Sommige Afrikaanse landen wijzen er op dat ze regelmatig slechte producten uit de EU krijgen. De resultaten van de werkgroep worden gepresenteerd. Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat de tekst van de werkgroep naar stap 3 wordt gebracht.
Roles of the coordinator and the member elected on a geographical basis in the executive committee
Op geografische basis verkozen leden van het Executive Committee moeten de belangen van de Codex als geheel bezien terwijl de coördinatoren van de regionale comités vanuit de regio de belangen vertegenwoordigen.Amendments to the procedures for elaboration of codex standards and related texts
Dit betreft een discussiedocument van India dat drie voorstellen omvat. Bij de bespreking van alle drie blijkt de kloof tussen de westerse wereld en de opkomende economieën in ontwikkelingslanden. India stelt, gesteund door veel leden, een definitie van consensus voor in het Procedural manual. Volgens deze definitie is er consensus als er geen oppositie tegen is. Dit zal er in de praktijk op neer komen dat er alleen besluiten bij unanimiteit genomen kunnen worden. Veel landen hebben er iets over te zeggen, maar er is grote verdeeldheid. NL merkt op dat er geen consensus blijkt te bestaan over het opnemen van een definitie van consensus. De Vz concludeert dat er geen overeenstemming is maar dat er ook geen opdracht ligt van de CAC om dit uit te werken. CAC moet dus besluiten of er een definitie voor consensus nodig is.
2e punt van India betreft voorstel om bij het omschrijven van nieuw werk, waarvoor een soort format bestaat, voortaan ook een rapportage op te nemen over de economische effecten ervan op ontwikkelingslanden. Ook hier weer dezelfde verdeeldheid. EU, VS, Aus en NZ zijn tegen, want dit is al elders opgenomen in de Codexteksten en dit is niet de juiste plaats omdat bij een omschrijving van een voorstel er inhoudelijk over de norm nog niets bekend is.
Structure of the procedural manual
Het secretariaat stelt een nieuwe structuur voor om de manual bruikbaarder te maken.Volgende bijeenkomst
De volgende CCGP zal in 2009 plaatsvinden.
1ste vergadering van het Codex Committee on Contaminants in Foods, 16 t/m 20 april 2007 te Beijing (China)
Inleiding
De bijeenkomst werd bijgewoond door 210 deelnemers, vertegenwoordigd uit 60 landen (waaronder de EU), en 16 niet-gouvermentele organisaties (NGO's). Het was de eerste zitting van de CCCF, nadat vorig jaar besloten was de CCFAC op te splitsen in een apart comité voor contaminanten enerzijds en additieven anderzijds. De CCCF vond plaats onder Nederlands voorzitterschap (Ger de Peuter van het ministerie van LNV), maar dit jaar was China het gastland.
Naast de plenaire vergadering waren er twee werkgroepen. Een van de werkgroepen, over de prioriteitenlijst van de te evalueren stoffen, werd voorgezeten door David Kloet (RIKILT). Nederland was vertegenwoordigd door het ministerie van VWS en het RIKILT.
Voor bijna alle punten op de agenda bestond EU wetgeving en daarvoor was EU dus grotendeels de woordvoerder voor de EU-lidstaten.
Matters of Interest arising from the Codex Alimentarius Commission and other Committees
De CAC had verzocht de Terms of Reference (TORs) te herzien.Er ontstond discussie over het al of niet noemen van guideline levels (GLs) in de TORs, aangezien besloten is om deze niet meer te ontwikkelen: alle limieten zullen voortaan maximum limieten (MLs) zijn. De bestaande GLs zullen in de loop van de tijd ook geëvalueerd worden en eventueel omgezet in MLs of geschrapt.
Zolang nog wel GLs bestaan, is afgesproken om in de TORs te vermelden dat deze, waar nodig, aangepast zullen worden (in plaats van de huidige formulering waar sprake is van ontwikkeling van GLs).
Proposed draft Revision of the Preamble of the GSCTF
De preambule van de general standard of contaminants and toxins in food (GSCTF) moet aangepast worden, enerzijds aan de hand van de splitsing van de CCFAC, anderzijds vanwege het besluit om procedurele voorschriften (relevant voor was voor de CAC) weg te halen en in de procedural manual op te nemen. De elektronische werkgroep die hieraan werkt staat onder leiding van de Europese Commissie. Vanwege de korte tijd die beschikbaar was om de veranderingen te bestuderen, is besloten het document terug te brengen naar stap 2.Aflatoxines
Er worden maximumlimieten overwogen voor aflatoxines in amandelen, hazelnoten, en pistachenoten, zowel "for further processing" als "ready to eat". Voor de noten "for further processing" is de voorgestelde limiet 15 µg/kg, voor "ready to eat" 8 µg/kg; beide staan op stap 7.JECFA beoordeelt op dit moment de impact die verschillende mogelijke limieten zullen hebben op de volksgezondheid: 4, 8, 10 en 15 µg/kg worden beoordeeld.
Er ontstond discussie of ook 20 µg/kg meegenomen moet worden. Een aantal delegaties, waaronder de EU, is hier tegen, omdat 20 niet het laagst haalbare is. De vertegenwoordiger van de JECFA stelde echter, dat individuele lidstaten een verzoek kunnen indienen voor dit soort beoordelingen. Als er genoeg data beschikbaar is, zal JECFA dus ook 20 beoordelen. In afwachting van het JECFA rapport, werden de limieten vastgehouden op stap 7.
In het discussiestuk over aflatoxines in vijgen werd voorgesteld om een Code of Practice te ontwikkelen. Het comité kon instemmen met het project document. Turkije zal de elektronische werkgroep voorzitten die de Code of Practice zal ontwikkelen
Brazilië had gewerkt aan een discussiestuk over aflatoxine contaminatie in Brazil nuts; dit zal het komende jaar verder worden herzien aan de hand van nieuwe gegevens over de verhouding van contaminatie van de schil t.o.v. contaminatie van de kern.
Tin
Voor tin in ingeblikt voedsel, waren de voorgestelde limieten 150mg/kg voor dranken in blik en 250mg/kg voor alle overige voedingsmiddelen in blik. De EU had, net als de voorgaande jaren, bezwaar, o.a. omdat er geen rekening is gehouden met analytische onzekerheid. De limiet is vastgelegd op de laagste hoeveelheid waarbij in de mens effect optrad, zonder nog een veiligheidsfactor mee te nemen. Bovendien is het technisch haalbaar om concentraties krijgen die ver onder de voorgestelde limieten liggen. Hoewel tin ook een technologische functie heeft, zijn daarvoor niet deze hoge concentraties nodig. De EU werd hierin gesteund door Zwitserland, Noorwegen en Rusland.Andere delegaties wezen erop, dat er geen sprake is van een significant gezondheidsrisico. Omdat er geen ARfD is, en de PTWI niet wordt overschreden. Het gezondheidseffect dat optreedt (irritatie) is reversibel en zeer beperkt. Bovendien zijn er geen data die erop wijzen dat er kwetsbare groepen zijn die extra gevoelig zijn voor tin.
De voorgestelde maximumlimieten zullen aan de CAC worden voorgelegd voor adoptie op stap 8. EU en Zwitserland hielden een voorbehoud.
3-MPCD
3-MPCD is een verontreiniging die tijdens het productieproces kan ontstaan in zuur-gehydrolyseerde plantaardige eiwitten (acid-HVPs), zoals soja-saus. Voor 3-MPCD staat de voorgestelde ML op 0.4mg/kg. De EC vond dit te hoog, en gaf aan 0.1mg/kg acceptabel te vinden.Japan gaf aan dat op dit moment 25% van de producten de voorgestelde limiet niet haalt. Het is dus belangrijk om te wachten totdat de Code of Practice van kracht is voordat een ML ingevoerd wordt. Ook werd erop gewezen dat het voor ontwikkelingslanden nodig is om een versimpelde analysemethode te ontwikkelen
De ML van 0.4mg/kg werd naar stap 5 gebracht, met een voorbehoud van de EU en Noorwegen.
Daarnaast werd er gesproken over de voorgestelde Code of Practice voor de reductie van 3-MPCD tijdens de productie van acid-HVPs. Na een aantal aanpassingen bestond overeenstemming om de Code of Practice naar stap 5 te brengen.
Acrylamide
Wat betreft acrylamide is de verwachting dat het komende jaar veel nieuwe data binnenkomen. De Code of Practice voor de reductie van acrylamide ging daarom terug naar stap 2 om herschreven te worden door de elektronische werkgroep onder leiding van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAHs)
Voor de Code of Practice voor de reductie van PAH contaminatie als gevolg van rook en droogprocessen, bleek meer informatie nodig, o.a. wat betreft de invloed van het type hout. De Code of Practice ging terug naar stap 2, en er wordt door een elektronische werkgroep onder leiding van Denemarken verder aan gewerkt.DON
Wat betreft het discussiestuk over DON in granen, bleek dat er meer informatie nodig was, o.a. wat betreft bestaande niveaus, consumptiepatronen, en strategieën die gebruikt kunnen worden voor reductie van DON. Lidstaten werden aangemoedigd data aan te leveren, maar voorlopig werd het werk hieraan stopgezet.Ochratoxine A (OTA)
Brazilië had een discussiestuk geschreven over OTA verontreiniging in koffie. Brazilië stelt dat er behoefte is aan een Code of Practice voor de reductie van OTA. Een maximumlimiet lijkt voorlopig niet nodig, maar kan overwogen worden als er een Code of Practice bestaat en hier ervaring mee opgedaan is. De elektronische werkgroep zal het discussiestuk wijzigen aan de hand van nieuwe gegevens, en tevens een projectdocument voor de Code of Practice schrijven. Wat betreft OTA in cacao, vond men het nog te vroeg voor een Code of Practice. Een elektronische werkgroep zal werken aan een revisie van het bestaande discussiestuk. De JECFA zal dit jaar OTA herevalueren. Besprekingen wat betreft maximum limieten voor tarwe, gerst en rogge worden vastgehouden op stap 7 in afwachting hiervan.Prioriteitenlijst
In een aparte werkgroep is gesproken over de prioriteitenlijst van contaminanten en natuurlijke toxines voor evaluatie door de JECFA. Patuline is van de lijst gehaald, omdat er een maximumlimiet bestaat en het verder niet beschouwd wordt als prioriteit.DON blijft op de lijst staan, maar gegevens wat betreft het voorkomen in voedsel zullen pas eind 2008 beschikbaar zijn. Phenylhydrazine blijft op de lijst met lage prioriteit. Furan en Perchlorate komen op de lijst met hoge prioriteit.
Volgende bijeenkomst
De volgende vergadering vindt plaats in maart/april 2008 in Nederland
39ste vergadering van het Codex Committee on Foodadditives, 24 t/m 28 april 2007 te Beijing (China)
Inleiding
De bijeenkomst werd bijgewoond door 217 deelnemers, vertegenwoordigd uit 55 landen (waaronder de EU), en 29 niet-gouvermentele organisaties (NGO's). Namens Nederland was de het ministerie van VWS en LNV aanwezig. Tijdens en vóór de bijeenkomst hebben er een aantal EU-coördinatieoverleggen plaatsgevonden.Het was de eerste keer dat CCFA onder Chinees voorzitterschap vergaderde. Er waren drie werkgroepen voorafgaand aan de vergadering en tijdens de lunchpauze.
De vergadering werd geopend door de Chinese vice-minister van Volksgezondheid. De keynote speech was van de WHO-representative, Henk Bekedam, die een lans brak voor het grote belang van goede voedselveiligheid.
De vergadering staat sterk in het teken van meningsverschillen tussen de EC en US. Met name de US domineert sterk, ze zijn voorzitter van de belangrijkste werkgroep over de General Standard on Food Additives (GSFA) en ze trekken het werk op het gebied van aroma's. De EC is voorstander van het zoveel mogelijk beperken van het gebruik van additieven, en de US wil zoveel mogelijk ruimte geven om het gebruik van additieven mogelijk te maken. Zij krijgen hierbij vaak steun van anderen die ook de belangen van de industrie behartigen. Het gaat hierbij wel altijd om veilig gebruik. De EC komt meer op voor de belangen van de consument (additieven moeten naast veilig ook een voordeel hebben voor de consument en niet misleiden) maar trekt hierbij vaak aan het kortste eind. Belangen groeperingen van consumenten waren niet aanwezig op deze vergadering.
Het comité wordt ondersteund door de wetenschappelijke beoordelingen door het Joint Expert Committee on Food Additives (JECFA).
Voor de meeste punten bestaat EU wetgeving en is de Europese Commissie de woordvoerder. Dit geld niet voor proceshulpstoffen. NL levert een specifieke bijdrage aan het comité doordat Wieke Tas (VWS) de werkgroep prioriteiten voorzit.
Matters referred by other commitees
- Het comité voor vis en visproducten (CCFFP) heeft aangegeven dat er behoefte is om boorzuur in kaviaar te gebruiken. Er is echter geen ADI en daarom verzoekt CCFFP boorzuur door JECFA te laten beoordelen. Dit verzoek is door de werkgroep prioriteiten voor JECFA besproken en afgewezen. Er is een JECFA beoordeling waaruit blijkt dat boorzuur niet veilig als additief kan worden toegepast, en CCFFP heeft geen nieuwe gegevens, zodat de beoordeling niet zal worden aangepast.- Het comité voor voeding en speciale voeding (CCNFSDU) heeft verzocht om de volgende vragen aan JECFA te stellen: 1) kan de ADI worden gebruikt bij de risicobeoordeling van baby's onder 12 weken, en 2) kan JECFA de lijst van circa 30 additieven beoordelen voor de toepassing in baby melkpoeder. De vergadering besloot de algemene vraag direct aan JECFA te stellen, en de beoordeling van de afzonderlijke stoffen uit te stellen tot na het antwoord op de algemene vraag.
- Er werd gevraagd naar de rol van JECFA in de veiligheidsbeoordeling van andere stoffen dan additieven (denk bijvoorbeeld aan nieuwe voedingsmiddelen). Het Codex secretariaat gaf aan dat er over gedacht wordt het (niet meer bestaande) Joint Expert Committee on Nutrition nieuw leven in te blazen. Of dit zal gebeuren is nog onduidelijk,
er zijn nog geen terms of reference, en het is niet duidelijk hoe de afbakening met de JECFA zal zijn. Besluitvorming zal niet voor november 2007 plaatsvinden.
Matters refererred by FAO/WHO
Er werd ondermeer verslag gedaan van de activiteiten van JECFA en van het Codex trustfund voor de bevordering van deelname van ontwikkelingslanden.De EU bracht de conclusie van JECFA naar voren dat de specificaties voor additieven niet gelden voor additieven in nanoparticulate form. De vraag wat de rol van Codex moet/kan spelen bij nanotech is niet beantwoord.
Revision on the procedural manual
Deze revisie gaat in op de terms of reference voor CCFA, welke inhoudelijk ongewijzigd zijn gebleven t.o.v. die van CCFAC. Ook is de relatie tussen verticale product comités en CCFA vastgelegd. De rol van de verticale comités is gericht op de technische noodzaak van het toevoegen van een additief, en CCFA kijkt naar de veiligheid. CCFA heeft uiteindelijk het laatste woord.General Standard on Food Additives (GSFA). Inclusion on the food additive provisions of the commodity standards into the GSFA
Het belangrijkste agendapunt van de vergadering gaan over het vaststellen van maximaal toegelaten waarden voor stoffen die als additief worden gebruikt in verschillende categorieën van levensmiddelen. Al deze maximale waarden zijn opgenomen in de GSFA. De voorbereiding hiervan gebeurt in een elektronische werkgroep. De werkgroep over de GSFA loopt alle voorstellen van de elektronische werkgroep door. Dit kost vreselijk veel tijd en daarom lukt het niet alle voorstellen te behandelen. Dit jaar zijn bijna alle zoetstoffen aan bod gekomen, maar de kleurstoffen niet. Het grote probleem met zoetstoffen is dat de meeste codex landen alleen veiligheidseisen stellen aan het gebruik van zoetstoffen. In de EU mogen zoetstoffen alleen gebruikt worden in producten met een energie reductie van meer dan 30%. Het compromis is nu dat individuele landen strengere eisen mogen stellen.Revision of food category system
Er vond een discussie plaats over of je bij soya producten de term kaas en melk mag gebruiken. In verschillende landen is dit een beschermde term die alleen voor zuivelproducten gebruikt mag worden. Het voorstel zal aan de CAC worden gestuurd met de vraag of er "new work" gestart kan worden.Flavourings
Het grootste gedeelte van het stuk is met kleine wijzigingen aangenomen, waaronder de scope, definities, algemene principes voor het gebruik van aroma's, hygiëne, etikettering, JECFA evaluatie en ruwe materialen die geschikt zijn om aroma's uit te produceren. Dit wordt op stap 5 naar de CAC gestuurd. Het enige stuk waar geen overeenstemming over bestond is zijn de biologisch actieve substanties. Het is onduidelijk wat het doel van deze lijst met stoffen is, en waarom sommige stoffen er wel/niet op staan. Dit gedeelte wordt nog een keer voor commentaar rond gestuurd (stap 3), en volgend jaar besproken.Discussion paper on guidelines and use of processing aids
Dit stuk werd niet gesteund door de vergadering. Het stelt voor om alle proceshulpstoffen door JECFA te laten evalueren, proceshulpstoffen op het etiket te zetten, en in feite een toelatingssysteem op te zetten voor deze stoffen. Gezien de werklast die er ligt voor de additieven word er aan proceshulpstoffen geen prioriteit gegeven. De discussie paper wordt aangepast en volgend jaar opnieuw besproken.Inventory of processing aids
De lijst is voor kennisgeving aangenomen.Priorities for JECFA evaluation
De volgende zaken krijgen prioriteit:- de algemene vraag van CCNFSDU over de toepasbaarheid van de ADI voor kinderen onder 12 weken;
- aroma's;
- de aanvragen die vorig jaar zijn ingediend en niet door JECFA behandeld zijn.
Volgende bijeenkomst
De volgende vergadering vindt plaats in april 2008, wederom in Beijing (3,5 maand voor de Olympische Spelen).
Vooruitblik
In de volgende uitgave is er aandacht voor de uitslagen van een aantal comités waaronder het Codex Comité voor Residuen van Bestrijdingsmiddelen en het Codex Comité voor de Etikettering van Levensmiddelen.Kijk voor meer informatie over diverse Codex comités op www.codexalimentarius.nl of www.codexalimentarius.net (Engelstalig).
Redactie: Tanja Åkesson - Codex Secretariaat, Ministerie van LNV, 070-3784045.