database > wetenschap & voeding > vleeswoordenboek > kalfsvlees |
Snitten 3200 tot 3817
3200: Stomp met been, dubbel met staart3201: Stomp met been, enkel zonder staart
3202: Stomp met been, zonder schenkel
3210: Achterschenkel, heel
3211: Achterschenkel, 1 x gezaagd
3212: Achterschenkel, 2 x gezaagd
3213: Achterschenkel, gezaagd in plakken
3220: Bovenbil
3221: Bovenbil, zonder deksel
3222: Bovenbil, zonder deksel, gevliesd
3223: Deksel
3230: Plattebil, met peeseind en muis
3231: Plattebil
3232: Plattebil, gevliesd
3233: Muis
3234: Muis, gevliesd
3235: Peeseind
3240: Dikke lende, met staartstuk
3241: Dikke lende
3242: Dikke lende, met heuplap, gevliesd
3243: Dikke lende, zonder heuplap, gevliesd
3244: Staartstuk
3250: Spierstuk, met ezel
3251: Spierstuk
3252: Spierstuk, gevliesd
3253: Kogel/dikke plaat
3254: Kogel/dikke plaat, gevliesd
3255: Pijplap en dunne plaat
3256: Kogel
3257: Dikke plaat
3258: Ezel
3259: Ezel, gevliesd
3701: Mergpijp, heel
3702: Mergpijp, gezaagd
3705: Hakken
3800: Staart, heel
3801: Staart, tip off
3817: Broeipoot