Suikerrafinage
Inhoudsopgave
Bietsuikerbereiding | ||
Rietsuikerproces |
Bietsuikerbereiding
Het verwerken van suikerbiet dateert van het begin van de 19e eeuw. (De Zuckerfabrik Waghausel/Baden van Südzucker A.G., opgericht in 1837, is de oudste suikerfabriek ter wereld die nog steeds in werking is!). De oogst wordt bij de fabriek afgeleverd en de bieten worden gewassen en gesorteerd om aanhangend materiaal zoals steen en modder te verwijderen. Tegenwoordig wordt de aflevering georganiseerd door een aanvoercontrolesysteem (“just in time” principe) zodat bijna geen bieten op de boerderij hoeven te worden opgeslagen. De bieten worden in kleine repen (cossettes) gesneden. Van deze repen wordt suiker geëxtraheerd in een diffusor met een tegenstroom van warm water van ca. 70°C.De geëxtraheerde suikeroplossing wordt verwarmd met kalkmelk en kooldioxide. Dit geeft een bezinksel dat onzuiverheden zoals gommen, wassen en harsen met zich mee neemt.
Na deze zuivering wordt de oplossing verdampt in multi-effect verdampers en wordt een siroop geproduceert van ongeveer 50-65% vaste stof, het zogenaamde dik sap (thick juice). Dit sap wordt gefilterd, overgebracht naar vacuümpannen en voorzien van fijne suikerkristallen om de kristallisatie van de suiker in het sap in werking te stellen.
De suiker wordt centrifugaal van het sap verwijdert, waarna het wordt gewassen en gedroogd tot het uiteindelijke product. De siroop wordt gerecycled in vacuümpannen voor verdere kristallisatie van de suiker. De verbruikte siroop wordt melasse genoemd.
De bietenpulp die uit het extractieproces wordt verkregen, wordt ontwaterd. Melasse kan worden toegevoegd voordat de mix gedroogd wordt en in brokken wordt geperst voor dierenvoer.
Rietsuikerproces
Onbewerkte rietsuiker wordt meestal gescheiden, gereinigd en gekristalliseerd in het land van herkomst. De rietsuiker die in een ruw-geraffineerde staat is, ondergaat een uiteindelijk bewerking in het land van gebruik.De onbewerkte suiker is normaal gezien een minimum van 96% sucrose. De onzuivere kristallen, met de aangehechte melasse, worden gezuiverd in een verzadigde suikeroplossing om het laagje van de oppervlakmelasse te verzachten zodat het kan worden verwijderd door middel van centrifugeren. De gezuiverde suiker wordt opgelost in teruggewonnen vocht (licht water van het raffineren). Carbonatatie (behandeling met kalkmelk en kooldioxide) volgt hierop. Dit verwijdert gesuspendeerde onzuiverheden zoals wassen, gommen en zetmeel. De suikersiroop wordt gefilterd en ontkleurd door ionen-uitwisselende harsen en actieve kool om ‘fijn’ vocht te produceren dat verkocht kan worden als een eindproduct of dat verder kan worden gekristalliseerd in vacuümpannen. Het fijne vocht wordt door verdamping geconcentreerd. Wanneer het vocht licht oververzadigd is, worden startkristallen van poedersuiker in de pan gestrooid. De mix wordt centrifugaal gescheiden om de kristalsuiker eruit te halen, dat gedroogd en klaargemaakt wordt voor verpakking of bulklading. Iedere kookpan brengt ongeveer 50% van de beschikbare suiker op. Het vocht dat tijdens het centrifugeren gescheiden wordt, wordt opnieuw gekookt voor verdere extractie. Drie kookbeurten geven witte suiker. Een vierde kookbeurt geeft gebroken wit industriesuiker. Het resultaat van de vierde kookbeurt samen met het vocht van de zuivering gaat naar de terugwinnig (recovery house) voor nog drie kookbeurten om bruine suikers te maken die teruggaan naar het begin van het proces en worden behandeld als onbewerkte suiker. Wanneer het economisch niet langer rendabel is om de suiker verder te extraheren, wordt het gebruikte vocht melasse genoemd. Verschillende tussenproducten van kookbeurt één tot vier en de overeenkomende siropen van herstel en koken, worden verkocht als het beginmateriaal voor siropen zoals van invertsuiker en van Melasse (treacle). Melasses worden gebruikt voor veevoer, gisting en een aantal andere niet-voedseltoepassingen.