News |
Landbouwbeleid geen dikmaker
Dienstag 30 Januar 2007
Dit rapport bevat een verkennende studie naar de relatie tussen het Europese landbouwbeleid en de volksgezondheid. Aanleiding is de discussie over een mogelijk negatieve relatie tussen het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de volksgezondheid, in de zin dat het GLB-maatregelen bevat die de productie en consumptie van ongezond voedsel stimuleren.In het landbouw- en voedselbeleid ging de aandacht het afgelopen decennium vooral uit naar vraagstukken rondom voedselveiligheid, maar in de laatste jaren is geleidelijk ook de gedachte ontstaan dat het landbouwbeleid rekening dient te houden met de volksgezondheid (en in het bijzonder met de voedingswaarde en kwaliteit van de producten). Volgens een Zweeds onderzoek is er sprake van een negatieve relatie, waarbij vooral subsidies op ongezonde producten en hoge prijzen voor gezonde producten een belangrijke rol spelen. Een drietal Nederlandse onderzoekers noemt verder de prijsverhouding tussen verschillende producten als een belangrijke factor: ongezonde producten zijn vaak goedkoper dan gezonde producten.
In het algemeen kan worden gesteld dat het landbouwbeleid heeft geleid tot een overvloed aan voedsel, maar de bewering dat deze overvloed heeft geleid tot meer consumptie (via lagere prijzen) is moeilijk te staven.
Wanneer de invloed van het landbouwbeleid op de volksgezondheid per product(groep) en per instrument wordt bekeken, kunnen meer specifieke uitspraken worden gedaan.
Voor zuivel geldt bijvoorbeeld dat de afzetprogramma's voor boter en (volle) schoolmelk de consumptie van relatief ongezonde dierlijke vetten hebben bevorderd, maar het is niet te bewijzen dat er anders minder boter zou zijn geconsumeerd.
Bij wijn zouden de destillatiepremies en de relatief lage accijnzen in sommige landen consumptie in de hand werken, maar er val niet hard te maken dat de vraag naar wijn zonder deze mechanismen lager zou zijn.
Tabak is een van de weinige producten waar sprake is van een volstrekt duidelijke negatieve relatie tussen consumptie en gezondheid; het EU-beleid met aan de ene kant subsidies voor de teelt van tabak en aan de andere kant anti-rookcampagnes is dan ook niet coherent. Daarmee is overigens niet gezegd dat er een verband is tussen het subsidiëren van de teelt van tabak in de EU, de consumptie van tabak in de EU en het aantal rokers.
Voor suiker (en alcohol) geldt dat alleen bovenmatig gebruik van deze producten ongezond is. De vrees dat lagere suikerprijzen als gevolg van de hervorming van de marktordening zullen leiden tot meer suikergebruik lijkt niet gegrond. De relatief hoge EU-prijzen voor suiker – in vergelijking met de prijzen op de wereldmarkt - hebben er ook toe geleid dat grootverbruikers van suiker hebben gezocht naar suikervervangers. Voor de meeste suikervervangers (isoglucose en glucosestropen) geldt dat deze qua calorieën niet onder doen voor suiker.
In het algemeen kan worden geconcludeerd dat aanpassing of afschaffing van bepaalde GLB-maatregelen weliswaar de consumptie van ongezond voedsel kan verminderen, maar dat het effect hiervan niet moet worden overschat.